Astrid Ruissen: stilgezet door een hersentumor

Astrid Ruissen: stilgezet door een hersentumor

Astrid Ruisen -_ceesvdwal_47_preview

Haar werk bij de Zeeuwse SGP-Statenfractie gaf bestuurskundige Astrid Ruissen een gevoel van onafhankelijkheid. Bovendien leverde het een leuk bedrag op. Een hersentumor plaatst alles in ander licht. Nu wil ze er zijn voor haar gezin en verlangt ze te leven bij Gods Woord.

Voor het oog is er niets veranderd sinds het vorige bezoek aan Astrid Ruissen (31). In mei 2023 kwam de inwoonster van het Zeeuwse Waarde in Terdege aan het woord vanwege de opmerkelijke combinatie van taken: echtgenote en moeder, boerin en fractiemedewerker van de SGP in de Provinciale Staten van Zeeland. Binnen die fractie was ze de spin in het web.

Een halfjaar na publicatie van het verhaal kwam er totaal onverwachts een scherpe knik in haar leven. „Tijdens een Statenvergadering op vrijdag 10 november werd het ineens heel warm in mijn hoofd. Ik dacht meteen aan een hersenbloeding. Tegen de collega naast me wilde ik zeggen dat het niet goed ging, maar ik kon alleen ”wawawa” uitbrengen. Ze beschouwde het als een grap en begon hard te lachen. Niet alle Statenleden zijn even sterk in het debatteren.”

Om duidelijk te maken dat er echt iets was, liet Astrid zich van haar stoel vallen. Inmiddels had ze ook een paniekaanval. „Op dat moment begrepen ze dat er iets mis was en hebben ze 112 gebeld.”

Het ambulancepersoneel stelde vast dat al haar vitale functies in orde waren. „Ze gaven me wat tips om mijn ademhaling weer onder controle te krijgen en dat lukte. Toen kon ik mijn verhaal doen. Ik hoefde niet in de ambulance mee, maar moest vanwege dat gebrabbel voor de zekerheid wel even naar de Spoedeisende Hulp. Een Statenlid had Johnny, mijn man, al gebeld.”

Tumor

Het personeel van de Spoedeisende Hulp kon evenmin iets vinden, maar onderweg naar huis kreeg ze opnieuw een aanval. „Ik verloor ook de controle over het volume van mijn stem en mijn spieren, dus we zijn teruggegaan naar het ziekenhuis.”

Een CT-scan van de hersenen toonde een licht afwijkend beeld. „Ik moest een nachtje blijven en kreeg een serie draadjes aan mijn hoofd, voor metingen van de hersenactiviteit. Die lieten geen bijzonderheden zien. De neuroloog die de volgende morgen langskwam, vermoedde dat de verschijnselen het gevolg waren van spanning. Ik had een drukke periode achter de rug. De week erna zou er nog een MRI-scan worden gemaakt, maar hij dacht niet aan iets ernstigs. Ik kreeg anti-epileptica mee en ging aardig opgelucht naar huis.”

Twee dagen na de scan zat ze met Johnny in het ziekenhuis van Goes, voor de uitslag. „We verwachtten positief bericht en het advies wat rustiger aan te gaan doen.” De boodschap van de neuroloog was een totaal andere. „Hij zei: „Er zit een tumor linksvoor in je hoofd.” Dan zakt de grond onder je voeten weg. Van de rest heb ik weinig meegekregen. Na dat gesprek zijn we naar een park gelopen en op een bankje gaan zitten. Met mijn hoofd op Johnny’s schouder liet ik mijn emoties gaan. Ik zag mezelf als een sterke jonge vrouw, sportief en kerngezond. Dan verwacht je niet zo’n bericht te krijgen.”

Stilgezet

Een uitgebreide CT-scan van haar hele lichaam moest uitwijzen of de tumor mogelijk een uitzaaiing was. „Aan die mogelijkheid had ik nog niet gedacht. De spanning liep steeds verder op. Twee tot drie keer per dag kreeg ik een nieuwe aanval. Dat stopte toen de medicatie zijn werk ging doen, na een dag of tien. Gelukkig was de uitslag van de CT-scan gunstig, maar de spanning raakte ik niet kwijt. Ik moést bewegen en deed de hele dag niets anders dan rondjes lopen. In twee maanden tijd viel ik acht kilo af, puur van de stress.”

Op 28 november zat ze met Johnny in het Erasmus MC in Rotterdam. „Daar vertelde de neurochirurg ons dat de tumor op een gunstige plek zat en hij me zo snel mogelijk wilde opereren. Tijdens de operatie moest ik wakker blijven. Dat was de volgende schok. Ik was bang dat ik weer een paniekaanval zou krijgen en wilde graag onder narcose. Dat kon, maar met het risico dat ik na de operatie niet meer zou kunnen praten. Dan heb je weinig keus.”

Naast de mentale spanning waren er de geestelijke vragen. Die wogen het zwaarst. „Ik besefte: als het sterven wordt, kom ik niet goed terecht. Dat kwam enorm op me af. Ik had altijd geleefd zoals ik zelf graag wilde. De Heere diende ik op mijn manier. Dan leef je voor eigen rekening. Ik geloof dat God die tumor heeft willen gebruiken om me stil te zetten. Anders was ik op de oude voet doorgegaan. Opstandig ben ik niet geweest. Dat vind ik bijzonder, want het past wel bij mijn karakter.”

Gods beloften

Voor het eerst van haar leven las ze bewust en heilbegerig de Bijbel. „Daardoor ontdekte ik de rijkdom van Gods beloften. Die gingen tot dan het ene oor in en het andere uit. Nu put ik hoop uit Zijn beloften voor zondaren. Ook het boekje ”Moed houden” van ds. P. van Ruitenburg heeft in die eerste periode veel voor me betekend. Van mijn oma, een godvrezende vrouw, kreeg ik een stápel boeken mee. Zulke lectuur had ik nog nooit gelezen.”

Johnny probeerde haar zo goed mogelijk te steunen. Een gesprek voeren over haar emoties was moeilijk. „Wij zijn geen praters. Ik heb veel gehad aan een maatschappelijk werkster van het Erasmus MC. Met iemand die ik niet persoonlijk ken, spreek ik gemakkelijker over mijn gevoelens. Nadat mijn ziekte vanaf de kansel bekend was gemaakt, durfde ik Lieke niet naar school te brengen. Voor boodschappen ging ik naar Kruiningen, om maar geen bekenden te zien. In plaats van Astrid ben je ineens die patiënt met een hersentumor.”

De kinderen hoorden indirect over de ernstige ziekte van hun moeder. „Achteraf is dat niet goed geweest. Lieke was al vier en heeft er meer van meegekregen dan we dachten. Ik had een keer op de rand van haar bed moeten gaan zitten, om gewoon te vertellen wat er aan de hand was. Daar zag ik toen niet doorheen. Ik deed het pas kort voor de operatie. Daarna ging ze met een dokterskoffertje en een speelgoedmesje bobbeltjes uit het hoofd van haar zusje Emma halen. Of uit mijn hoofd. Dat was confronterend, maar zo zijn kinderen. Die gaan er op hun manier mee om.”

Operatie

Op 8 januari 2024 ging de jonge moeder daadwerkelijk onder het mes. Ze hield er rekening mee dat ze niet door de operatie zou komen. „Dat was een reële mogelijkheid. Vooraf heb ik daar met Johnny over gesproken. Als ik eraan denk word ik weer emotioneel… Zo’n gesprek wil je niet voeren als je dertig bent… De kinderen waren twee en vier; veel te klein om zonder moeder op te groeien. Ik heb hem gezegd dat hij een andere vrouw mocht zoeken als ik zou overlijden… Een vrouw met wie hij weer gelukkig zou worden. Iemand die ook liefde aan de kinderen kon geven… Financieel was alles goed geregeld. Mijn begrafenis regelen kon ik niet; dat was te confronterend. Bovendien wisten Johnny en mijn ouders hoe ik het zou hebben gewild. Gelukkig heb ik de operatie overleefd, zonder dat ik er iets aan overhield.”

De paniekaanval die ze vreesde, bleef uit. „Maar het was wel heftig. Tijdens een roesje maken ze je schedel open. Daarna laten ze je bijkomen en moet je de hele operatie blijven praten over van alles en nog wat. Op een gegeven moest ik de indeling van ons huis beschrijven. Ineens kon ik niet op het woord ”aannemer” komen. Dat was voor de chirurg het teken dat hij de uiterste grens had bereikt van het weefsel dat hij kon wegnemen zonder schade te veroorzaken. Toen ik na de operatie Johnny zag, kon ik gewoon ”Hoi” tegen hem zeggen. Dat gaf een enorme emotionele ontlading. Ik was zó blij dat ik hem weer zag en nog kon praten. In het begin functioneerde de rechterkant van mijn lichaam wat minder goed, maar dat trok snel bij, dankzij het middel dexamethason.”

Pepmiddel

Weefselonderzoek wees uit dat ze een glioom graad 2 heeft, een relatief gunstige tumor. „Volgens de vrouwelijke neuro-oncoloog kan ik mogelijk nog tientalen jaren leven. Het slechte nieuws was dat de tumor vrijwel zeker binnen vijf jaar terugkeert. Dan zijn er nog veel behandelmethoden, maar de hoop dat ik het boek kon dichtslaan, was onterecht.

Fysiek herstelde ik snel. Twee weken na de operatie was ik alweer aan het werk bij de Provinciale Staten. Omdat dexamethason ook een soort pepmiddel is, heb ik wekenlang ’s nachts wakker gelegen, maar daar had ik geen last van.”

Haar predikant was niet alleen beschikbaar voor geestelijke vragen, maar ook bij dilemma’s op ethisch gebied. „In de jaren voor mijn operatie vond ik de opvoeding van twee kinderen al best pittig, naast al het andere dat ik deed. Nu zat ik met de vraag: wat is de wil van de Heere op dit gebied? Als ik zwanger raak, mag ik maanden niet door een scan en kan ik niet behandeld worden. Je draagt ook verantwoordelijkheid voor de kinderen die je al hebt.”

De maatschappelijk werkster adviseerde haar eerst te werken aan haar mentale gezondheid. „Dat was een verstandige raad. Tegelijk voelde ik de druk, want de arts had me geadviseerd bij kinderwens een volgende zwangerschap niet te lang uit te stellen. In de zomervakantie van 2024 kwam ik innerlijk echt tot rust. In die periode vroeg Lieke op een dag of ik het verhaal over Mozes wilde voorlezen. Onder het lezen werd ik geraakt door het geloofsvertrouwen van Jochebed. In dat vertrouwen kun je de dingen aan God overlaten.”

Andere prioriteiten

Op 1 januari van dit jaar nam ze afscheid van de SGP-Statenfractie. „Als je anders naar het leven gaat kijken, krijg je ook andere prioriteiten. Ik vond het leuk om mijn eigen ding te hebben en dat leverde ook nog een mooi bedrag op. Het gevolg was dat ik van het een naar het andere holde, soms ten koste van de kinderen. Die kwamen dan op de tweede plaats. Zo hoort het niet.”

Tot haar verbazing mist ze het werk als fractiemedewerker geen dag. „Vorige week had Emma griep. Het was heerlijk om thuis voor haar te kunnen zorgen, zonder de druk van die baan.” Over de weggevallen inkomsten maakt ze zich geen zorgen. „Als het Gods wil is dat we het bedrijf van mijn schoonouders overnemen, komt het benodigde geld er ook zonder mijn loon wel. Dat geeft een rijk gevoel.”

De wetenschap dat de ziekte zal terugkeren, leerde ze een plek te geven. „Het beheerst me niet meer. De Heere roept ons op om bij de dag te leven. Ik mag er nog zijn; anderen worden ineens uit het leven weggerukt. Dan is er geen tijd voor bekering. Ik heb extra genadetijd gekregen. Zo beleef ik die ook; als een nieuw begin. Als ik terugkijk, begrijp ik niet hoe ik al die jaren zo kon leven. Heel leeg. Astrid stond op de eerste plaats. Nu probeer ik bewust tijd te maken om de Bijbel te lezen, te bidden en aandacht te geven aan de kinderen. Al het andere werd bijzaak. Daar ben ik echt dankbaar voor.”

Dit interview verscheen in Terdege (nr. 11, 25 februari 2025). Een los nummer is te bestellen in onze shop.

beeld: Cees van der Wal

Lees ook:

Mensen

Astrid Ruisen -_ceesvdwal_53

17 mei 2023

Astrid Ruissen: SGP-vrouw met een eigen tractor

Abonneer je op Terdege magazine

Nu slechts 9,95 p/mnd

Terdege-portfolio-nummer-12

Auteur

Huib de Vries

Volg ons lifestyle platform op instagram.