Snuffelen in het nachtkastje van Nel. Blikken in haar spiegel. Een bijzondere rijtjeswoning in Hilversum ademt de sfeer van de jaren vijftig tot tachtig. „We dachten: misschien verdwijnt hij, maar die geur van vroeger blijft lekker hangen.”
Fraaie huizen met oranje pannendaken flankeren de Diependaalselaan in Hilversum. Het Bloemenkwartier is een ontwerp van de vermaarde architect Willem Dudok. Boven de ingang van een kerkgebouw uit 1925 prijkt in sierlijke letters de tekst: „Zoekt de Here en leeft”. Even verderop hebben de woningen donkergroene voordeuren en dakkapellen.
In het Zeeheldenkwartier, ook van de hand van Dudok, is de J.P. Coenstraat doorsnee te noemen. Aan de kale boomtakken verschijnen knoppen, hoog boven de zonnepanelen passeert een verkeersvliegtuig. Een dame in felroze jas loopt voorzichtig achter haar rollator. Links een basisschool, die wat leven in de brouwerij brengt.
Crème
Tussen de jarenvijftigwoningen is er één rijtjeshuis dat een tikje afwijkt. De kozijnen zijn crèmekleurig. Ook hebben de ramen een roedeverdeling. De opmerkzame voorbijganger ontwaart aan de gevel een schildje van Hendrick de Keyser Monumenten, eigenaar van honderden monumentale panden.
„A. Sloëtjes”, vermeldt een naamplaatje boven de drie ruiten in de houten voordeur. Rechts hangt een kopergroen lantaarntje. De bel klinkt. In de deuropening verschijnt Femke de Boer (30), coördinator museumhuizen bij Hendrick de Keyser Monumenten. Huis Sloëtjes, genoemd naar de voormalige bewoners, is een museumhuis.
Barometer
Eén stap over de drempel en je ruikt het verleden. Op visite bij opa en oma. Lichtbruin behang van grove structuur. Boven de keukendeur een wandbord met edelhert. Rechts de barometer, die mooi weer voorspelt. In de woonkamer staan krakelingen klaar, De Boer schenkt koffie. De vensterbanken zijn gevuld met plantjes, zoals Nel Sloëtjes het graag zag. „Alleen zijn dit nepplanten.”
Het huis werd in 1955, de tijd van de woningnood, gebouwd voor Ton en Nel Sloëtjes. Zij woonden er hun hele verdere leven. Het echtpaar kreeg één zoon, Henk. Moeder Nel overleed in 1988, vader Ton twintig jaar later. Daarna haalde Henk het huis niet leeg, hij conserveerde het. Henk Sloëtjes, die in 2021 stierf, vermaakte de woning met complete huisraad aan Hendrick de Keyser Monumenten.
Authentiek
De Boer, zelf opgegroeid in Hilversum: „We hebben dit huis gekregen zoals je het nu ziet. Als je met deze spullen bent groot geworden, denk je: het is toch helemaal niet bijzonder? Mijn oma, die ik hier rondleidde, zei: „Waarom bewaar je die rommel allemaal?” Huis Sloëtjes is ontzettend bijzonder, juist omdat het zo gewoon is.”
Hoe typeert De Boer, archeoloog en kenner van cultureel erfgoed, het meubilair? „Dit is een authentiek jarenvijftiginterieur. De meeste meubels zijn origineel, gekocht door Ton en Nel toen ze trouwden. De bank en de fauteuils zijn telkens opnieuw bekleed. Restanten van het behang werden op zolder bewaard, zodat ze kapotte stukjes konden vervangen. Alles is zoals het was.”
Marktplaats
Het echtpaar Sloëtjes bewaarde vrijwel alles. Toch verdween er weleens iets, zoals de salontafel met glasplaat. „De eetkamerstoelen waarop we nu zitten, werden verkocht. Henk heeft ze teruggekocht, net als de salontafel. Hij heeft heel lang Marktplaats afgezocht, tot alles perfect was. Als hij iets kon terugzetten op de juiste plaats, vond Henk dat fantastisch.”
In de hoek van de voorkamer staat een kloeke radio met platenspeler, het garantiebewijs van de firma Telefunken is nog aanwezig. De gordijnen langs het raam zijn fluweelzacht, paarsrood. De Boer: „Je keek hier vroeger uit op de hei, dit was tot de jaren zeventig de rand van Hilversum. Je kon zo lopend naar Loosdrecht toe, heerlijk.”
Kachel
Voor de schouw ruist stilletjes de gaskachel, oorspronkelijk een kolenkachel. „In de rest van het huis is het gewoon ouderwets koud. Toen de hypermoderne gaskachel kwam, is het kolenhok in de tuin gesloopt. Henk heeft het later eigenhandig weer opgebouwd.” Op de schoorsteenmantel omklemt een brievenhouder een folder met het opschrift: „Nu straks altijd moet er worden gestookt”.
De Boer wijst naar de sloffen die onder een theekarretje staan, in de donkere schaduw van de bank. „Die zijn van Ton, die hier tot 2008 woonde. Ik vind dat zo aandoenlijk. Alsof hij zo weer terugkomt, op de bank gaat zitten en het achtuurjournaal gaat kijken.”
Herkenning
Bij bezoekers roept Huis Sloëtjes veel herkenning op. „Een huis uit 1600 is leuk, maar hier worden herinneringen opgehaald. Het persoonlijke verhaal komt naar boven. Zelf groeide ik op in de jaren negentig. Voor mij zijn alle frutseltjes echt een opa-en-oma-ding. Het hele huis schreeuwt: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Dat is oer-Hollands.
Aan schoolkinderen vragen we wat hen opvalt. „Geen Playstation.” En dan: „O, geen koelkast, geen wasmachine.” Het is opmerkelijk dat er sinds de jaren vijftig zo veel is veranderd, en tegelijk niks. Elk huis heeft wel zo’n klein rommelhoekje, met papiertjes die je nooit weggooit. Een doorzonwoning blijft een doorzonwoning, al heeft niet iedereen groen behang.”
Gouden Koets
In het huis staat alles nog precies waar het stond. „Tot op de centimeter nauwkeurig. We hebben echt niets veranderd, alleen schoongemaakt en een lekkage verholpen. Naast het dressoir ligt een stapeltje papieren van Henk. We laten het er gewoon liggen. Zoiets kun je niet namaken.”
Achter De Boer, aan een inbouwkast, hangt een kalender met een foto van de Gouden Koets. „Dat kon toen nog. De kalender is van september 1965, tien jaar na de trouwdatum van Ton en Nel. Ze waren zeker koningsgezind.” Een klassieke trouwfoto toont het gelukkige paar, met een flink boeket.
Van de Hulst
Op de boekenplanken aan de muur staat “Bijbelse geschiedenissen” van W.G. van de Hulst naast het “Kleutervertelboek” van Anne de Vries. Daarnaast een vuistdik boek in donkere leren omslag, zonder opschrift. De Boer raakt het niet aan. „Het is kwetsbaar. Je mag alle kastjes openmaken en op de bank en stoelen zitten, maar je mag niets verplaatsen.”
In de gang hangt een draaitelefoon, ernaast een telefoonklapper. „We hebben nog een paar draaitelefoons, zodat kinderen die kunnen uitproberen. Huis Sloëtjes is leuk voor alle leeftijden. Voor de allerkleinsten is er een speurtochtje.” Op een traptrede ligt de portemonnee van Nel. „Dan kon je meteen afrekenen als de groenteboer aan de deur kwam.”
Geheim
Rondleidingen in Huis Sloëtjes duren een uur, maar je zou er langer kunnen verwijlen. De Boer: „Dit huis heeft altijd wel ergens een geheim. Je blijft dingen zien.” In een hoekje van de woonkamer ligt het kinderspeelgoed van Henk. „Het valt bijna uit elkaar, dat gebeurt met oud plastic. We laten het op z’n beloop.
Als ik hier in m’n eentje ben, heb ik het gevoel dat ik de plantjes water moest geven en dat ik daarna ben blijven zitten met m’n laptop, terwijl ik de koffie van Ton en Nel drink. En dat ze zo kunnen terugkomen.”
Huis Sloëtjes is geopend op vrijdag en zaterdag, zie hendrickdekeyser.nl.
Proper en voorspelbaar
De familie Sloëtjes was heel proper en gewoon, vertelt Femke de Boer in de woonkamer van het museumhuis. „Ze hadden hun dagelijkse routine. Ton ging naar zijn werk, hij verdiende genoeg. Nel bleef thuis. Zij kleedde zich tweemaal per dag om. ’s Ochtends trok ze iets aan voor het huishouden. ’s Middags droeg Nel nette kleding.
Nel schreef briefjes aan haar moeder over de prijs van spinazie, of over hoe het ging met Henk. Haar wereld was een stuk kleiner dan mijn wereld.” De Boer toont een foto van Nel Sloëtjes, gemaakt in de voortuin. „Prachtige jurk. En hier is ze aan het afwassen, met een schort voor.”
De coördinator museumhuizen typeert de familie Sloëtjes als heel Nederlands. „Ze deden hun ding. Ton werkte als vertaler voor Philips, een enorme werkgever. Iedereen die Ton en Nel heeft gekend, zegt: het waren heel nette mensen. Ze hebben de oorlog meegemaakt, bewaren zat erin. De hele zolder staat vol met dingetjes waarvan ze dachten: je weet maar nooit.”
Het huis aan de J.P. Coenstraat was niet het goedkoopste van het goedkoopste, weet De Boer. „Dit was in die tijd een luxer huis. De ouders van Nel behoorden tot de hogere middenstand en Ton had een goede baan. Ze kregen dit huis toegewezen én konden het betalen.”
Zoon Henk Sloëtjes was een man met passie voor de geschiedenis. „Hij wilde heel graag de tijd een beetje stilzetten.” Dankzij alles wat bewaard bleef, weet Hendrick de Keyser Monumenten veel over het huis en de familie. „Zelfs de bonnetjes van de vloerbedekking zijn er nog.”
Bovenaan de trap hangt een souvenir uit Nunspeet. De Boer: „Ze gingen altijd op vakantie in Nederland, steeds naar dezelfde plek. Deze familie is heel voorspelbaar.”
Dit artikel verscheen in Terdege (nr. 11, 25 februari 2025). Een los nummer is te bestellen in onze shop.
beeld: Tineke van der Eems
Abonneer je op Terdege magazine
Nu slechts 9,95 p/mnd
